GeschiedenisNieuws

Sicco Leendert Mansholt

Sicco Mansholt werd geboren op 13 september 1908 te Ulrum in een socialistisch gezin van Groningse herenboeren. Zijn vader en grootvader steunden voorvechters als Multatuli en Troelstra. Zijn vader was SDAP lid van de Groningse Provinciale Staten en gedeputeerde. Zijn moeder had als een van de eerste vrouwen in Nederland politieke wetenschappen gestudeerd en organiseerde politieke huisbijeenkomsten voor vrouwen.

De politiek werd hem dus met de paplepel ingegeven. Hij bezocht de HBS in Groningen en ging daarna naar de Tropische Landbouwschool in Deventer, waar hij een opleiding volgde tot tabaksplanter en die voltooide in 1929. Hierna werkte hij op het Landbouwcrisisbureau. In 1934 vertrok hij naar Java om daar te werken op een theeplantage, maar het koloniale systeem benauwde hem zodat hij in 1936 weer naar Nederland terugkeerde.

In 1937 vestigde hij zich als boer in de pas drooggelegde Wieringermeerpolder. Hij werd er lid van de SDAP, secretaris van de plaatselijke afdeling en bekleedde verschillende andere openbare functies. Gedurende de oorlogsjaren was Mansholt actief in het verzet. Hij verborg onderduikers in de Wieringermeer die afkomstig waren uit het Joods Werkdorp te Slootdorp en organiseerde clandestiene voedselvoorzieningen voor de westelijke provincies. Mansholt werd in april 1945, op grond van zijn positie in de voedselvoorziening en vanwege zijn goede contacten in het verzet, benoemd als waarnemend burgemeester. Hij werd opvolger van burgemeester Saal die na de oorlog veroordeeld werd tot 2,6 jaar gevangenschap vanwege zijn NSB achtergrond. De functie van waarnemend burgemeester was in eerste instantie
voorbestemd voor wethouder en verzetsstrijder Adrie de Graaf, maar die werd net voor de bevrijding gedood. Mansholt is nog geen maand burgemeester geweest.

In juni 1945 werd hij namelijk door PvdA premier Wim Schermerhorn gevraagd om aan het eerste naoorlogse kabinet deel te nemen als minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Hij was met zijn 37 jaar de jongste minister. Op het moment dat hij aangesteld werd was er nog voor één week voedsel in Nederland. Met een krachtig inkoopbeleid, strakke voedseldistributie en beheersing van de prijs wist hij de situatie te stabiliseren. In eerste instantie dacht hij dit 2 jaar te doen maar hij vond het werk zo leuk dat hij besloot te blijven en heeft tenslotte aan 6 kabinetten deelgenomen.

‘Sicco Mansholt in de Wieringermeer, 1950’ – Foto: Maria Austria Instituut/Sem Presser

Tijdens zijn ministerschap hield hij zich ook bezig met het moderniseren van de landbouw. Dit in nauwe samenwerking met de Stichting voor de Landbouw, later het Landbouwschap genoemd. Er werden gegarandeerde minimumprijzen vastgesteld voor de belangrijkste Nederlandse landbouwproducten gecombineerd met de invoering van importheffingen en vergoedingen voor exportproducten. Ook werd er veel geld geïnvesteerd in onderzoek en onderwijs en zette hij in op schaalvergroting en de komst van machines. Zijn sociaal democratische inslag kwam duidelijk tot uiting in zijn beleid; hij wilde dat elke boer die economisch verantwoord bezig was in zijn bedrijf het recht had op een goed bestaan, vakantie en mogelijkheid om zich ook cultureel te ontwikkelen. Dat hij dat zelf ook deed blijkt uit het feit dat in 1954 de behandeling van de landbouwbegroting werd uitgesteld omdat hij op dat moment deelnam aan de Elfstedentocht, die hij voor de tweede keer zou uitrijden.

Binnen de ministerraad stond hij voor zijn boerenzaak en ging daarbij confrontaties niet uit de weg. Zo waren begrotingsonderhandelingen voor hem een belangrijke zaak waarbij zijn uithoudingsvermogen als legendarisch wordt beschouwd. Aan het eind van zijn ministerschap kwam hij steeds meer onder druk te staan omdat hij zich meer voor Europees dan voor het nationaal landbouwbeleid zou inzetten. Ook vertolkte hij steeds vaker afwijkende opvattingen en verrichtte hij soloacties. Mansholt vertrok in 1958 naar de pas opgerichte Europese Commissie en werkte daar als landbouwcommissaris aan de modernisering van de Europese landbouw. Daarnaast was hij van 1958 tot 1970 lid van de Euratomcommissie. Als landbouwcommissaris was Mansholt de centrale figuur in Brussel. In 1972 werd hij voor 7 maanden dé voorzitter van de Europese Commissie. Hij keerde na zijn voorzitterschap terug naar zijn vrouw en boerderij in Wapserveen waar het echtpaar zich na zijn pensionering had gevestigd. Daar overleed hij op 29 juni 1995. In Wieringerwerf is er een straat naar hem vernoemd.

Laat meer zien
Back to top button