De hete aardappelLokaal nieuwsNieuws

23. De Hete Aardappel: Stan Sturm

Op vrijdagmiddag een afspraak maken voor het interview met Stan Sturm van aardappelbedrijf Sturm Agro BV aan de Robbenoordweg te Wieringerwerf was zo geregeld. Maandagochtend om 10.00 zou het worden. Een kwartiertje later belt Stan de Meerpeen-reporter al terug: ‘Kan het ook straks? Maandag moeten we bieten rooien’. Geen probleem. Een half uur later wordt de dam opgereden. Het moderne bedrijf met de gevelbelettering van Sturm Agro BV is niet te missen, evenals het voetbalveld dat een prominente plek inneemt op het erf.

Voor het interview van start gaat oppert de interviewer: ‘laten we eerst maar wat foto’s maken voordat het te donker wordt, dan doen we het verhaal wel daarna’. Een shot met het voetbaldoel en het pand op de achtergrond lijkt wel toepasselijk. Stan vult aan dat hij het ook wel leuk vindt als de prachtige hond, een Berner Sennen genaamd “Diesel” er ook bij komt staan. Zo gezegd zo gedaan. Stan geeft aan dat hij het opmerkelijk vindt dat “Diesel” niet is aangeslagen toen de reporter de woning had betrad’. ‘Wellicht moest hij nog wat voorgloeien’, is het enigszins voorspelbare antwoord.

Even een paar generaties terug. Opa Sturm “emigreerde” indertijd uit een Zeeuws dorp met de prachtige naam Waterlandkerkje naar de Wieringermeer. Hij had ingezien dat hier in de polder meer toekomstperspectief was dan bij het akkerbouwbedrijf van zijn voorvaderen. Op de vraag hoeveel generaties het Zeeuwse bedrijf al werd gerund door eerdere familieleden blijft het wat stil. ‘Ik ben eigenlijk nooit zo bezig geweest met die sentimenten, misschien komt dat later nog’ vertelt Stan. ‘Kijk, hier op onze werkkleding staat het: “Sturm Agro, since 1938” net voor de oorlog opgericht in de Wieringermeer. Ik ben van de derde generatie. Het avontuur begon voor mijn opa aan de Tussenweg. Daar ben ik opgegroeid met mijn ouders en mijn broers Pim en Niels. We waren erg Middenmeer-georiënteerd. Naar de Titus Brandsma lagere school, voetballen bij Flevo en ook tennissen bij TC Middenmeer. Ik merkte dat het balgevoel er al jong inzat, evenals het fanatisme om te winnen. Als ik terugkijk op mijn periode als voetballer kan ik me voorstellen dat niet iedereen gecharmeerd was van mijn drive om tot het gaatje te gaan. Toen was ik daar niet zo mee bezig, had gewoon een hekel aan verliezen. Bij Flevo hadden we een mooie lichting, ik kwam daar als jonkie tussen gevestigde namen in het team. Net als het huidige Flevo promoveerden we een aantal keren achter elkaar. In de jeugd speelde ik ook in regionale teams als de Helderse selectie en een Noord-Hollandse selectie. Tijdens een talentendag, ik was toen 12, werd ik opgepikt door FC Volendam. Ik kwam daar uiteindelijk in de B1. Bij de A1 redde in het net niet en keerde ik terug naar Flevo. Ook werd er gevoetbald in de zaal. Met De Oude Beurs als sponsor gingen we na bijna elke wedstrijd naar het voorcafe en als we hadden gewonnen kregen we een gratis blad bier. Het gebeurde wel dat Roel Zonneveld er later achter kwam dat er soms helemaal niet was gewonnen…, hij kon er evengoed wel om lachen. Op mijn 21e scheurde ik mijn kruisband en raakte mijn meniscus beschadigd. Na een jaar revalideren begon ik eerst maar weer met tennis. Daarna ging ik toch weer voetballen op het veld. Helaas raakte ik wederom geblesseerd aan mijn knie. Dat vond ik erg jammer. Ik weet zeker dat als ik geen bezoek had gehad van het blessurespook ik nu nog op het voetbalveld actief was geweest. Nu ben ik dat als trainer en coach van onze jongens’.

Even terug naar de boerderij. Stan: ‘na op Wiringherlant het atheneum te hebben afgerond ben ik in Leeuwarden de studie Bedrijfskunde gaan volgen op het Van Hall Larenstein. Ik heb dus niet echt een agrarische opleiding gedaan en het was ook geen gelopen koers dat ik op de boerderij zou komen. Ik ben na mijn studie benaderd door Ben Hoitink en Jaap Blokker om aan de slag te gaan bij aardappelhandel van Rijn in de buitendienst. Ik heb daar veel geleerd en er een mooie tijd gehad. Het ouderlijk bedrijf aan de Tussenweg werd op enig moment onderdeel van de Agriportruil waardoor er keuzes voor ons kwamen. Misschien naar het buitenland en daar boeren? Of, zoals het nu gelopen is, naar een andere locatie in de Wieringermeer op een groter bedrijf met veel toekomstperspectief de uitdaging aan te gaan. Door de ruil met Agriport is er ruimte ontstaan voor mij en mijn broer Niels om een toekomstbestendig bedrijf op te zetten. Broer Pim zit ook midden in het boerenlandschap met het loonbedrijf Sturm Jacobs. Elk jaar proberen we weer iets te verbeteren qua bedrijfsvoering, mechanisatie en automatisering. Zo hebben we hebben onlangs de beschikking gekregen over een nieuwe moderne aardappelverwerkingslijn waarbij het zware fysieke werk en het uitzoekwerk al aardig wordt ondervangen. Stilstand is namelijk achteruitgang. Broer Niels is de teeltman en is veelal op het land te vinden. Ik ben meer van het regelen en hou me vooral bezig met de handelstak. Omdat onze teelten naast tarwe en bieten voornamelijk de uien- en pootaardappelteelt betreft brengt dat wel wat risico met zich mee. Veel doen we via de vrije handel en weinig op contract. Ik vind het leuk om me helemaal in te lezen en laten informeren in alle facetten van de handel. Je bent natuurlijk wel altijd afhankelijk van de kwaliteit van het product, de regelgeving in Nederland en de afnemers uit o.a. Egypte, Saoedi-Arabië, Syrië en Israël. Landen waar het op zijn zachtst gezegd niet altijd even stabiel is. Maar er moet wel gegeten worden. Daarom is het jammer dat de tendens in Nederland is dat de boeren steeds meer worden beknot in hun bedrijfsvoering. In het buitenland snapt men er dan ook niks van dat de Nederlandse politiek de bloeiende en vooruitstrevende agrarische bedrijfstak het zo moeilijk maakt. Het is mijns inziens zeker geen verbetering als we in Nederland in de toekomst afhankelijk gaan worden van het buitenland voor ons voedsel’.

Dan over naar een luchtiger onderwerp, de gezinssituatie. Stan vertelt: ‘ik ben al bijna 25 jaar gelukkig met Jennifer. We hebben elkaar leren kennen met Oud en Nieuw in de good old Mariannebar en in 2009 zijn we getrouwd. We zijn trotse ouders van drie zonen: Niek (13), Gijs (11) en Teun (8). Alle drie ook besmet met het voetbalvirus. Het fanatisme en balgevoel heeft geen generatie overgeslagen. Alhoewel ze elke dag wel willen voetballen, in de zaal en op het veld, hebben ze ook andere hobby’s zoals drummen en pianospelen. Daarnaast zijn het al “handelaren in de dop”. Ze runnen, samen met opa Pierre (die bijna dagelijks op het bedrijf te vinden is), een kraam op het erf waar ze aardappelen en uien verkopen. Ook gaan we graag op vakantie. We moeten dan wel echt weg van het bedrijf anders blijft het werk trekken. We zijn qua vakantiemogelijkheden erg afhankelijk van het seizoen. Meestal is het voorjaar dan het geschiktst. Zo zijn we dit jaar naar Curaçao gegaan. Ook Zuid-Afrika en Canada (Vancouver Island) staan bovenaan het lijstje. Ik heb in het verleden stagegelopen in Canada, echt een prachtig land’.

Dan een ander onontkoombaar onderwerp, Carnaval. Stan: ‘ik heb 8 jaar als Raadslid bij de Meerkoetelaars gezeten en er veel mensen mogen leren kennen. Ook het mede-organiseren van het feest is leerzaam geweest. Zo heb ik drie locaties Koetelburcht meegemaakt: De Oude Beurs, de AB-hallen en de loods van Vader Verhuur. Tevens ben ik Prins Carnaval geweest, in 2014 als Prins Totelos, ik heb daar heel mooie herinneringen aan. We hebben met een groep oud-Raadsleden elk jaar een samenzijn waarin we een mooie creatie proberen te maken die dan op de carnavalszondag aan het publiek wordt gepresenteerd. Na het Carnaval gaan we dan nog gezellig met de partners uit eten. Het kan best zijn dat we elkaar daarna weer een jaar amper zien. Totdat het weer Carnaval wordt!’

Voor de komende Hete Aardappel nomineer ik mijn zwager Cees Kooy. Samen met zijn vrouw Maaike runnen zij “De Pioniersplek”.

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

Laat meer zien
Back to top button