NieuwsSportVoetbal

Eigenlijk kon ik helemaal niet voetballen, vervolgens ben ik scheidsrechter geworden

'De column van een scheidsrechter'

‘Nico Bruin’ – Foto: DWOW

WIERINGERMEER – Een jaartje of 10 geleden kwam ik tot de realisatie dat ik eigenlijk helemaal niet kon voetballen, vervolgens ben ik scheidsrechter geworden. Ik begon eerst met een korte training voor jeugdscheidsrechters onder Rogier Stuij, maar al redelijk snel besloot ik om de iets oudere jeugd te gaan fluiten, op groot veld.

Hiervoor heb ik een scheidsrechtersopleiding van de KNVB gevolgd, in Alkmaar. Een opleiding tot scheidsrechter houd meer in dan het stampen van de spelregels, je leert hoe je een wedstrijd moet leiden, en je ontwikkelt een framewerk om alle situaties die niet precies uitgestippeld zijn in de regels te interpreteren.

Het bespreken van de zeldzame situaties die de doorsnee voetballer zelden meemaakt herinner ik me nog goed. Wat gebeurt er als er iemand met zijn scrotum scoort? Hoe hervat je een wedstrijd als er een bal het doel in beland direct uit een doeltrap? en allerlei andere leuke vraagstukken. Het fluiten van een wedstrijd is een fysiek niet insignificante onderneming. Ik durf te beweren dat de gemiddelde scheidsrechter meer afstand aflegt dan de gemiddelde speler. Anders dan een speler heb je als scheidsrechter geen positie op het veld, idealiter ben je zo veel mogelijk tussen de 15-20 meter van de bal af.

Het idee dat het scheidsrechterschap een ondankbare taak is, is gelukkig niet geheel waar. Alhoewel je ongetwijfeld best wat gezeik over je heen krijgt, ontwikkel je daar uiteindelijk wel een gezonde hoeveelheid Oost-Indische doofheid voor, wat buiten het veld ook een handige vaardigheid is. Tenzij men te ver gaat natuurlijk, in welk geval het met kaarten slingeren altijd genoegdoenend is. De complimenten (als je het goed doet dan), blijven gelukkig wel hangen.

Nico Bruin
DWOW

Laat meer zien
Back to top button