En ons altijd weer boeit door Peter C. Meijer: ‘Streepzaad’ (288)

Een vrolijk gezicht, een leuk meisje of jongen doet ons direct in een goede stemming brengen. Dit geldt ook voor een plant in de tuin. Zien we mooie bloemen in onze tuin dan is het genieten. Als een plant nog groen is dan veroordelen wij deze al gauw tot de onkruiden. Niet gewenst, uiteraard tenzij wij de plant zelf hebben aangeplant.

Een voorbeeld is de mombresia die in onze tuin bloeit en wij niet zelf aangeplant hebben. Over de Fijnstraal heb ik het onlangs nog gehad. Geen leuke bloemen, dus onkruid. Dan heeft de plant waar ik nu over schrijf het beter. Opeens zagen wij de mooie gele bloemetjes. Niet verwijderen dus. Dan hoef ik niet uit te leggen dat het bij onkruid gaat om planten die ergens groeien waar je ze niet wilt hebben.

Streepzaad hoort tot de composieten en tot die familie horen planten waarbij de haren soms recht overeind gaan staan. Bijvoorbeeld de distels. Er is zelfs in agrarische streken een distelbeleid. Boeren die distels zien moeten die weghalen. Het betreft dan distels met stekels. Boerderijdieren kunnen er goed ziek van worden.

Akkerdistel is bijvoorbeeld een plant die niet gewenst is. Daarentegen is de Tengere Distel van Wieringen weer een bijzonderheid. Verboden weg te halen! Composieten trekken veel insecten aan en vandaar er wordt geadviseerd deze zoveel mogelijk te laten staan. Denk aan de paardenbloemen. Enkele weken geleden stond er een plant met gele bloemen. Het bleek Streepzaad. De naam Streepzaad is afgeleid van de vruchten waarop ribben te zien zijn. In het Latijn heet de plant Crepis die Griekse naam wijst op de vorm van het blad dat lijkt op een schoenzool.

De foto is genomen door de auteur van dit stukje in zijn tuin aan de Mossel te Middenmeer op 24 juli 2025.