En ons altijd weer boeit door Peter C. Meijer: ‘Forensisch onderzoek’ (258)

Er is geen moord gepleegd, maar de vondst van een lijk door een van onze koorleden zorgde wel voor het zoeken naar de naam van het beestje. In de sacristie (de ruimte waar wij tijdelijk zingen in de R.K. Kerk van Middenmeer) vond een van onze koorleden een dode vlinder. Hij gaf het verdroogde beestje aan mij en ik zag dat het een nachtvlinder was. De roze strepen op de vleugels gaven mij al een idee. Zou het AI-programma Obsidentify hier iets van kunnen maken? De ochtend na de repetitie maakte ik een paar foto’s en stuurde die op ter identificatie. Dat het programma niet 100% aangaf dat het een Huismoeder was, begrijp ik. Wel werd mijn idee van de soort wel bevestigd. Het was een nachtvlindersoort en ook ik had gedacht aan de Huismoeder. Niet zo gek, want deze soort is zeer algemeen en het is een vlinder die ook vaak in de winter binnenshuis wordt gezien.
De Latijnse naam is Noctua pronuba (Linnaeus 1758). Hierin zit de naam voor ‘nacht’ noctua. De Steenuil heeft als Latijnse naam: Athene noctua. Hierin dus opnieuw ‘noctua’ en volgens een verklaring van het Latijn is dit van noxis hetgeen nacht betekent en noctua: uil. Zoekt u een plaatje van deze nachtvlinder maar eens op. Wat een schoonheid.
Niet zo gek dus dat de tweede Latijnse naam van deze vlinder ‘pronuba’ is. Dit betekent ‘bruid’. De vrouwenemancipatie was bij de Nederlandse naamgeving nog niet geweest en dan lijkt ‘huismoeder’ als Nederlandse naam weer niet zo vreemd. In de 18e eeuw gebruikte men die al.
De foto is van de auteur gemaakt op 8 januari 2024 in de RK. Kerk Maria Sterre der Zee.
