De hete aardappelLokaal nieuwsMeerpeen MagazineNieuws

29. De Hete Aardappel – Marleen de Lange

Deze keer in de Hete Aardappel: Marleen de Lange

Marleen is genomineerd voor deze rubriek door Jeroen Zandstra. Marleen vertelt: “Jeroen was mijn klasgenootje, vriend en tennismaatje vanuit zelfs nog onze kleuterschooltijd op de Zevensprong. Juf Anneke Lont was onze juf – een heel enkele keer stond mijn eigen mama, Elly de Lange – Koopman, als invalster voor de klas. Wat een heerlijke kleutertijd was dat. Juf Anneke, samen met Hete Aardappel aftrapster, de BW-er, juf Tony Sijm. In mei 2015 hebben we aan de Ds. Finkensieperstraat 20, het oorspronkelijke gebouw, en samen met de juffen, een hele leuke reünie gehad!

Mijn vader, Frans de Lange, is met zijn ouders in 1951 vanuit Wognum naar de Wieringermeer gekomen. In Wognum had mijn opa een tuindersbedrijf met een klein stuk grond. Nadat mijn opa de Lange, op zoek naar meer grond, eerst in de Wieringermeer ‘De Strook’ kon huren, schreef hij zich in 1951 in voor een tuindersbedrijf. In 1952 werd hij pachter aan de Schagerweg nummer 2. Mijn vader was toen 6 jaar. Mijn moeder, Elly de Lange – Koopman komt uit Wervershoof. Mijn vader en moeder leerden elkaar kennen in 1967, op de verjaardag van haar oudste zus Lida. Na een verlovingstijd trouwden zij in mei 1971. Samen zijn ze in de Wieringermeer gestart. Eerst op de boerderij van opa en oma de Lange, daarna samen verder op de Schelpenbolweg, waar mijn broers en ook ik geboren zijn. Leuke anekdote: mijn opa de Lange heeft een rooimachine ontwikkeld, die door fabrikant Climax gemaakt werd.

Mijn schoolcarrière begon op de peuteropvang ‘het Weerhuisje’- aan de Schoolstraat. Daar kwam ik voor het eerst Maurice Granneman en Bram Ruiter ook tegen. Lekker spelen was het daar! Daarna de heerlijke kleutertijd op de Zevensprong. Vanaf de Zevensprong ging ik naar de Regenboog – misschien was het het eerste jaar nog de Pius X? We begonnen als een klein klasje, van 8 of 10, dus dat zal dat inderdaad wel het eerste jaar nog de Pius X geweest zijn. Daarna in een grotere klas samen verder, samen met de Prinses Margrietschool onder de nieuwe naam de Regenboog. Ook daar heb ik hele fijne herinneringen aan. Lekker lang spelen ‘tussen de middag’, geweldig schoolplein, voetbalveld, ‘bosjes’. Naar de gymzaal lopen, in de Schoolstraat. Mariska de Valk was één van mijn beste vriendinnetjes op de basisschool – vele uren heb ik bij haar en haar zussen en ouder Tonnie en Onno doorgebracht. Zo vaak ook meegegeten voor de gymles, met juf Jet, bij Vlug en Vaardig, waar we dan weer samen heen gingen. Wat een zaligheid, al was een huis met 3 meiden wel heel anders dan bij mij met 2 grote broers. Alleen maar meidendingen, hoe leuk! Veel geknutseld, nagels lakken en op de bank tv kijken. En buiten spelen, in het dorp kwam je altijd wel iemand tegen, voor mij echt het summum. Stiekem wilde ik dan dat ik ook in het dorp zou wonen, kon ik tenminste zelf lopend naar vriendinnetjes en vriendjes gaan. Ik heb niets hoeven missen, want ook toen ik nog niet zelf op de fiets ging, ging mijn moeder met engelengeduld rustig weer met een lege auto retour richting de Schelpenbolweg, en ik naar een vriendinnetje of vriendje om te spelen. Heel vaak ook bij Maurice Granneman, – wat konden wij geweldig goed de slappe lach hebben samen! In de klas was dat soms ook een probleem, meester Telkamp kon er niet altijd om lachen. Veel playbackshows, meester Renee Kort, met gitaar en hip haar, te gek was dat. Op vrijdagmiddag School TV kijken. Van de Regenboog ging ik verder naar RSG Wiringherlant, in Wieringerwerf. Een echte ‘grote’ school was dat. Met héél veel klassen en lokalen. Grote tas mee, véél boeken en uiteraard elk jaar een nieuwe agenda. Om al het huiswerk op te schrijven, maar minstens zo belangrijk, om in elkaars agenda’s verhaaltjes en boodschappen te schrijven. Ook op deze schooltijd kijk ik met veel plezier terug. Leuke meiden om me heen, gezellige en ook stoere jongens. En eigenlijk vooral ook leuke leraren, ieder met zijn of haar eigenaardigheden. Van deze tijd heb ik nu nog steeds veel contact met mijn BFF’s Marjanka Vermunt en Marion Meester. Zo waardevol, vanuit de pubertijd opgroeien en het leven in en door met deze bijzondere (inmiddels) vrouwen.

Tijdens de middelbare school ging ik voor het eerst vakantiewerk doen – niet bij mijn vader natuurlijk, liever verderop aan de Schelpenbolweg, zonder ‘bekende ogen en oren’ om me heen. Bij Arnold Meijerink heb ik een heel aantal zomers met veel plezier bollen gepeld. Eerst per kistje, later aan de band. Muziekje aan, kletsen en lol, met ondertussen handen die niet stilstaan. Als ik nu terugkijk, precies passend bij mij. Op de middelbare school was het op een goed moment nodig om te weten ‘wat je worden wilt’. Dat was moeilijk. Werken met mensen, dat wist ik wel, mensen helpen ook. Maar wel iets kunnen doen graag, niet alleen maar kletsen. Ik wilde wel resultaat zien. Pragmatisch was ik dus toen ook al. Ondanks allerhande beroepskeuze vragenlijsten en een fijne mentor in Jos Arens, kwam geen enkele vragenlijst of docent met de suggestie om dokter te worden. Daar liep ik per ongeluk tegenop, doordat ik met Marjanka samen met veel plezier met de trein allerlei steden ging bezoeken, naar de Open Dag, van universiteiten. We gingen ook echt braaf daar heen trouwens! Maar ook vaak even winkelen daarna nog, of theedrinken op een terras. Zo kwam ik op de open dag bij Geneeskunde, en dat vond ik interessant. Dat ga ik wel doen. Dat ik dan daadwerkelijk ook met mensen (patiënten) kon gaan werken later, en ze ook nog eens kon gaan helpen, had ik toen nog niet eens door. Dat kwartje viel ineens toen ik in mijn eerste studiejaar les kreeg van een echte dokter, die over een patiënt vertelde. Dát is mooi dacht ik ineens, híer zit ik goed. En dat klopt, geen dag spijt gehad. Aan de Vrije Universiteit in Amsterdam heb ik geneeskunde gestudeerd, na een jaar Medische Informatiekunde aan de Universiteit van Amsterdam, omdat ik uitgeloot was. Om geneeskunde te gaan studeren moest ik eerst nog natuurkunde in de zomervakantie na het eindexamen in 1995 gaan inhalen, in Utrecht. Die zomer ging ik voor het eerst op mijn zelf wonen, in Utrecht. Superleuk! Na de zomer kon ik dankzij mijn ouders samen met mijn broer Edwin de Lange en Marjanka in Amsterdam gaan wonen. Tijdens mijn studententijd werkte ik vaak en veel bij Auxilium, een promotie bureau. Voor allerlei producten, het hele land doorrijden, vooral in de weekenden, samen met andere studenten van allerlei andere studierichtingen. Heel erg leuk om zo buiten je eigen ‘bubbel’ ook mensen te leren kennen. Ik ben nooit lid geworden bij een studentenvereniging – ik kende vanuit de polder genoeg mensen die al naar Amsterdam waren gegaan. In Amsterdam bleef ik tot 2006 wonen. Dat was het jaar dat ik met mijn laatste opleiding begonnen ben, die tot gynaecoloog. Dat heb ik in Enschede gedaan, in het Medisch Spectrum Twente, tot in 2009. Van 2009 tot in 2012 rondde ik die opleiding af in het Verenigd  Koninkrijk, in Birmingham. Ook dat waren mooie jaren.

Ik werk als gynaecoloog, op twee plekken: in het Amsterdam UMC, voornamelijk locatie AMC, 3 dagen per week, en 1 dag bij Bergman Clinics Vrouw in Buitenveldert. De vrouwen die ik zie hebben last van gynaecologische dingen – veel bloeden tijdens een menstruatie, myomen (vleesbomen) in de baarmoeder, pijn tijdens de menstruatie, overgangsklachten en allerlei andere dingen. Ik onderzoek en behandel hen poliklinisch, met medicijnen, een kleine operatie op de poli of een grote operatie op een operatiekamer. Nooit gedacht dat ik dokter zou worden, en al helemaal niet een voor alleen maar vrouwen. Maar dus toch en ik moet eerlijk zeggen, daar heb ik nog geen dag spijt van gehad. Naast het behandelen van patiënten doe ik ook nog onderzoek, om in de toekomst vrouwen nog beter te kunnen helpen. Er is nog een wereld te winnen als het gaat om vrouwspecifieke zorg en vrouwspecifieke aandoeningen, en daar draag ik heel graag en met veel enthousiasme aan bij.

Samen met mijn vriend woonde ik in Amsterdam, waar onze eerste dochter Isabel in 2017 werd geboren. Op zoek naar meer ruimte en een dorpser leven, zijn we in Abcoude beland. Eenmaal daar gekomen, bleek dat de moeder van mijn moeder, oma Koopman – Payrable in Abcoude geboren en getogen was. Nog bijna dagelijks fiets ik langs het huis waar zij opgroeide, da’s toch bijzonder. Ik woon samen met mijn vriend en onze 2 dochters dus in Abcoude. Isabel kwam eind 2017 als cadeau waarvan ik dacht dat die nooit meer zou komen in ons leven. In 2019 kregen we zelfs nog een 2e cadeau: dochter Mare werd geboren. Nu 5 en 6 jaar oud, allebei op school dus inmiddels. Met vriendinnetjes en vriendjes in de buurt. Zij zijn onze schakel naar alle andere kinderen en ouders hier in het dorp, zij weten altijd precies wie van wie de vader, moeder, broer of zus is, heerlijk!

Ik kom niet vaak meer in de Wieringermeer. Mijn ouders hebben in 2011 de Wieringermeer verlaten en wonen sindsdien in Wervershoof. Af en toe rijden ze er wel even doorheen, kijken hoe het er nu is. En recent zag ik de polder vanaf het begin terug op televisie, in het programma “Het nieuwe land”, heel bijzonder en indrukwekkend vond ik dat. Nu daar over horen en de beelden zien, is toch anders dan toen wij daar vroeger op school les over kregen.

En toekomstplannen? Eerst maar eens de rollercoaster van het op laten groeien en in soort van goede banen leiden van 2 geweldig meiden, samen met mijn lief, en onderwijl proberen te genieten van het leven op een heerlijke plek, in een land waar we het maar goed hebben, ook al lijken veel mensen daar toch steeds anders over te denken.

De Hete Aardappel wordt doorgeschoven naar: Manuel Burger

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

Laat meer zien
Back to top button